Historie van de rivier

De Regge was een regenrivier die vroeger slingerde door een onherbergzaam woest gebied dat veelal bestond uit venen en moerassen met op de randen rivierduintjes. De rivier had geen duidelijk omlijnd stroomdal. In natte tijden was de stroom wel een kilometer breed. Dit kwam doordat de rivier geen duidelijke bedding kende en zeer ondiep was.

Mede vanwege scheepvaart is de loop van de Regge vaak gewijzigd. Het was het een wild meanderende rivier, die soms droog stond en soms breed was. Met name dit laatste moet voorgekomen zijn even ten noorden van de huidige stuw bij ‘De Brukkeler’ (beter bekend als ‘Overwater’), maar ook ter hoogte van de dorpen Hellendoorn en Hulsen liggen de rivierduinen meer dan een kilometer uit elkaar. In het bovenstroomse gebied bij Exoo, ten zuid-oosten van Rijssen, waar diverse stroompjes nu nog samenkomen, was het in de 19e eeuw regelmatig een ramp.
In natte tijden was het soms allemaal water tussen Almelo, Goor, Rijssen en Wierden.

Terug naar Hellendoorn. Bij ‘De Brukkeler’ lag de eerst bekende schutstal die rond 1300 de waterhuishouding stroom opwaarts regelde, zodat de Regge bevaarbaar bleef en die de watermolen bij Catenhorst van water voorzag. Verderop moet het gedeelte ten noorden van de huidige Schuilenburgerbrug, het gebied van de Marsdijk, een breed dal geweest zijn dat met regelmaat onder water stond.

De schippers wierpen vaak dammen op om voldoende diepgang te krijgen, om door te kunnen varen tot bij die opgeworpen dam. Die werd dan doorgestoken en de boten konden dan met de stroom meedrijven tot de boten weer vastliepen, waarna het geheel weer herhaald werd. Dit dammen werd in 1806 vanwege de gevolgen verboden, maar ging desondanks toch heimelijk door.

Het gedeelte tussen de huidige stuw bij ‘De Brukkeler’ en de Schuilenburgerbrug wordt gekenmerkt door de eerder genoemde rivierduinen en in het begin een smaller stroomdal, dat stroomafwaarts van de Preekstoel uitwaaierde in een breed gebied met koppen waar de rivier zijn weg tussendoor zocht. De Preekstoel is een hoge boven de omgeving uitstekende oever in een binnen bocht van de rivier, die zijn naam waarschijnlijk te danken heeft aan enige gelijkenis met een preekstoel in de kerk, die ook hoger is dan de kerkbanken en uitsteekt uit de muur.

De hoogtelijnen op de topografische kaart en de toenmalige aanwezigheid van de Bornse brug op de plaats waar nu nog een watergang onder de Hellendoornseweg doorgaat, onderbouwen deze gedachte.